
Mens, levenslot en wereldevolutie
Rudolf Steiner meer over deze auteur ▷
Ook deze cursus mag zich verheugen in een honderd jarig jubileum. In Oslo 1923 hield Steiner op uitnodiging o.a. deze zeven voordrachten over een breed scala van spirituele thema's. De vreugde die Rudolf Steiner beleefde als hij voor een Noors gehoor mocht spreken, 'spat er vanaf'. Zo schetst hij helder: het leren lopen: individuele levenslot; het leren spreken: het volkskarma; en het leren denken: het karma van de hele mensheid, op een bepaald moment over de hele wereld.
De drie verschillende lotsbestemmingen zijn met elkaar verweven in de mens.
194 blz.
GA 226
Hardcover. Geïllustreerd.
€ 26.00
Met Pinksteren, mei 1923, houdt Rudolf Steiner in de Nobelzaal te Christiania, het huidige Oslo, met groot enthousiasme zeven voordrachten over grote antroposofische thema’s.
Daarin beschrijft hij o.a. de menselijke ervaringen tussen onzekerheid en ontwaken, de weg in de spirituele wereld van de dood naar de nieuwe geboorte, en de veranderingen van de individualiteit door herhaalde aardelevens; het kosmos-worden van de mens en het mens-worden van de kosmos. En het verschil tussen individueel karma, volkskarma en mensheidkarma.
In een afzonderlijke pinksteroverweging karakteriseert Steiner de betekenis van het Christusmysterie in de historische mensheidsevolutie; het mogelijk maken om het mysterie van Golgotha echt te doorgronden in onze tijd: dát is de nobele taak van de antroposofie.
_________________________________
Voorafgaand aan de eerste voordracht sprak Steiner nog enkele woorden tot de aanwezige Noren. Deze woorden zouden in vertaling als volgt kunnen luiden (vanwege de verminderde actualiteit niet opgenomen in het boek):
Naar aanleiding van de hartelijke welkomstwoorden van de heer Ingerø wil ik u graag verzekeren dat het mij opnieuw de grootste voldoening schenkt om in dergelijke interne voordrachten uitgebreider met u over antroposofische onderwerpen te kunnen spreken. Het is waar dat ik hier in Noorwegen herhaaldelijk het voorrecht heb gehad om, door middel van voordrachten, diepgaande antroposofische waarheden te kunnen ontwikkelen. Hier kreeg ik ook de gelegenheid om de voordrachtenreeks over de Europese volkszielen te geven, die voor mij altijd symbool staan [Zie: De volkeren van Europa]. Ook kon er over veel andere zaken gesproken worden die met antroposofie te maken hebben [zie bijvoorbeeld Mens, ken jezelf]. Dit alles wordt veroorzaakt door de bijzondere omstandigheden die ik herhaaldelijk kon schetsen: dit wordt veroorzaakt door de bijzondere omstandigheden die het gevolg zijn van het feit dat Noorwegen - ik heb dit al eerder benadrukt - zich op een opmerkelijk punt in de ontwikkeling van de Europese beschaving bevindt, en dat de toekomst van Europa juist van Noorwegen zeer veel mag verwachten.
Naast deze woorden van diepe voldoening, mag ik nog iets anders zeggen. Dat is, beste vrienden, dat de treurige gebeurtenis van de jaarwisseling van 1922 tot 1923 eigenlijk altijd op de achtergrond aanwezig is als ik met mijn oude antroposofische vrienden over antroposofie spreek. Veel van onze Noorse vrienden hebben ook het Goetheanum bezocht. Ja, vol toewijding hebben Noorse vrienden actief meegewerkt aan de bouw gedurende de tien jaar dat we eraan hebben gewerkt. En met de grootste voldoening moet ik er ten slotte aan denken dat het juist Noorse vrienden waren die ons op de meest genereuze manier materiële hulp boden, precies op het moment dat we dat nodig hadden.
ISBN 978-94-92462-11-4